Samenwerking voor asbestsanering

Per 2024 moeten alle asbestdaken zijn gesaneerd. Een gigantische klus, waar ook de dakenbranche in de komende jaren de handen vol aan zal krijgen. Wat komt er allemaal bij het saneren van asbestdaken kijken en welke rol speelt het dakdekkerbedrijf? BioLab is gespecialiseerd in o.a. asbestonderzoek. Het bureau verwacht dat de mogelijkheden voor dakdekkerbedrijven met name zitten in strategische samenwerkingsverbanden.

Het onderzoeksbureau BioLab is vanuit Barendrecht actief in een drietal werkgebieden, namelijk wateronderzoek, luchtonderzoek en asbestonderzoek in gebouwen. Daarnaast biedt het bedrijf een totaalconcept voor het beheer van het binnenmilieu, levert het een volledige gebouwscan en verzorgt het bedrijf diverse trainingen en opleidingen op het gebied van o.a. veiligheid en gezondheid. Het bedrijf vierde vorig jaar haar 10-jarig jubileum en is momenteel met zo’n 25 medewerkers actief voor ruim 1300 opdrachtgevers in uiteenlopende sectoren (overheid, zorg, recreatie en industrie).

Het bureau meet, controleert en inspecteert op bijvoorbeeld de aanwezigheid van o.a. legionella, brandveiligheid, ongedierte– en, zoals gezegd, asbest. DIA Jimmy Parmanand is gespecialiseerd op het gebied van asbestinspecties. Het bedrijf werkt met name voor zakelijke opdrachtgevers (woningcorporaties, vastgoedbeheerders, overheid, zorg). Teamleider Inside Sales Hugo Gerritse vertelt dat het bureau zich tot doel stelt de opdrachtgever op het gebied van veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk te ontzorgen.

Inspectie en sanering

“Voor sloop- of renovatiewerkzaamheden aan gebouwen die vóór 1994 zijn gebouwd, is het verplicht een asbestinventarisatie volgens NEN 2991 uit te laten voeren. Indien asbest aanwezig blijkt, dient een sloopmelding te worden gedaan. Dat is overigens ook verplicht als meer dan 10 m³ sloopafval vrij komt. Eventueel aanwezig asbest moet voor aanvang van de werkzaamheden worden gesaneerd,” aldus Gerritse. “Indien er geen volledige sloopmelding gedaan is of er is nog asbest aanwezig, mogen de werkzaamheden niet worden uitgevoerd. Dit soort werkzaamheden uitvoeren zonder sloopmelding geldt als een economisch delict. Het dakdekkerbedrijf heeft vanuit de Arbowet de verplichting een RI&E op te stellen voor de werkzaamheden die zij uitvoeren. Daar wordt de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in meegenomen. Asbest is een stof waarmee dakdekkers in aanraking kunnen komen en zou derhalve opgenomen moeten zijn in de RI&E. Indien bij een project wordt vastgesteld dat op een dak asbest aanwezig is, dan mogen de werkzaamheden niet worden uitgevoerd totdat het asbest is geïnventariseerd conform SC-540 en gesaneerd conform SC-530.”

Wat houdt een asbestinspectie precies in? Parmanand: “Er zijn in hoofdlijnen twee typen inspecties: beperkt destructief (type A) en destructief (type B). De beperkt destructieve inspectie is voornamelijk een visuele inspectie die wordt ingezet in panden die bijvoorbeeld nog in gebruik zijn en omvat desk research en het in kaart brengen van zichtbare asbest, waarbij van verdachte materialen monsters worden genomen. Een destructieve inspectie wordt als aanvulling op een type A onderzoek uitgevoerd, hierbij worden ook niet zichtbare asbesttoepassingen onderzocht, waarvoor vaak hak- en breekwerk vereist is. Door analyse van materiaalmonsters wordt onderzocht of, en zo ja hoeveel asbest het materiaal bevat en van welk type dit is. Bij hechtgebonden asbest zijn de vezels sterk verankerd in het bindmiddel. Niet hechtgebonden asbest is dus een gevaarlijkere variant omdat de kans op emissie bij dit type asbest groter is, en dus het risico dat de asbestvezels in de luchtwegen van in het pand aanwezige personen terecht komen.”

“Indien asbest wordt aangetroffen, dient dit te worden aangemeld bij de database SMART,” aldus Paramand. “In het geval van daken zijn met name golfplaten, imitatieleien, schoorsteenpijpen, ontluchtingskanalen en gevelbeplatingen punt van aandacht. De op het dak aangetroffen asbest dient vervolgens te worden gesaneerd. Bedrijven die asbest saneren dienen te zijn gecertificeerd volgens SC-530. Bij de sanering worden eveneens verschillende risicoklassen onderscheiden: indien een object in zijn geheel kan worden afgevoerd, geldt een laag risico (1). Op het dak zal dat in de meeste gevallen niet mogelijk zijn en vallen de werkzaamheden binnen de zwaardere risicoklassen (2 of 3).”

Samenwerkingsverbanden

In de komende jaren moet een gigantische oppervlakte asbestdaken worden vervangen, veel méér dan de huidige markt aankan. Het is de vraag hoe het Asbestdakenverbod in de praktijk is uit te voeren. Zie hiervoor ook het artikel ‘Hoe is het Asbestdakenverbod tijdig uit te voeren?’ in Roofs mei 2015. Noodzakelijkerwijs zal de capaciteit van de markt moeten worden vergroot en hier kan een belangrijke rol zijn weggelegd voor de dakdekkerbedrijven. De dakdekker is immers in principe de verantwoordelijke partij voor het dak. Maar er zijn slechts weinig dakdekkerbedrijven die beschikken over de juiste expertise, en de juiste papieren. Het ligt voor de hand dat dakdekkerbedrijven een samenwerkingsverband aangaan met asbestsanerende bedrijven. Hoe zien Gerritse en Parmanand dat?

“Het zou verstandig zijn om de samenwerking te zoeken, en op deze manier tot synergie te komen,” aldus Gerritse. “Beide branches beschikken over specifieke kennis en expertise die is benodigd om te komen tot een verantwoorde sanering van de op dit moment in Nederland aanwezige asbestdaken. Het is nodig dat het bewustzijn op dit gebied wordt vergroot onder de op het dak actieve partijen. Wij kunnen hier een rol in spelen met ons dienstenaanbod. Wij kunnen asbestinventarisaties uitvoeren en saneringen begeleiden. Daarnaast bieden we bijvoorbeeld een cursus asbestherkenning aan zodat dakdekkers risico’s op dit gebied beter kunnen inschatten.”

Het kan niet anders dan dat de markt voor asbestsanering op daken op korte termijn explosief zal roeien. Het is voor de dakenbranche zaak om op een goede manier in te spelen op de toekomstige ontwikkelingen.